|
||||||||
Dit is alweer het 11de album van jazz vocaliste/songwriter Jacqui Naylor, The Long Game bevat zowel originele als tijdloze lovesongs, Naylor staat bekend om haar eigenschap om genres en stijlen uit verschillende perioden naadloos aaneen te rijgen en daarin is ze ook op dit album in geslaagd. De titel van het album komt voort uit een van Naylor’s filosofieën van het leven: “Keep going, stay hopeful and enjoy your life. If you continue to make positive efforts, happiness is sure to emerge. We have to play life fort he long game, never give up, and win in life and in love”. Dit gevoel klinkt heel waar tegenwoordig, nu we leven in een wereldwijde pandemie. Het repertoire varieert van knappe jazz arrangementen van rock klassiekers van David Bowie (Space Oddity), Peter Gabriel (Don’t give up) en Coldplay (Fix You) die prima samengaan met Latijns -Amerikaans getinte versies van standards van Kurt Weill (“Speak Low”) en Charlie Chaplin (“Smile”) en daar tussendoor horen we behalve haar eigen songs ook een klassieker uit het American Songbook “Like someone in love” van Heusen en Burke. “The thrill is gone” is niet het bekende bluesnummer van Roy Hawkins en Rick Darnell uit 1951, waarmee B.B.King een hit(je) had in 1969, maar een veel oudere compositie uit 1931 van Ray Henderson en Lew Brown. Haar composities schreef ze samen met pianist, gitarist, arrangeur en echtgenoot Art Khu. “Her songs are Joni Mitchell good” schreef Jazz Times. Jacqui wordt hier begeleid door haar vaste crew, Jon Evans op bas en gitaar, Josh Jones op drums en percussie en Art Khu op piano, orgel en gitaar. Naylor maakt gebruik van een aparte arrangeer techniek die ze zelf aanduidt als “accoustic smashing”, ze zingt de tekst en melodie van een jazz standard over de groove van een bekende rocksong of vice versa. Ze gebruikt de techniek bij het nummer “Fix you” van Goldplay, terwijl de band een door Miles Davis geïnspireerde versie van “It never entered my mind” speelt, brengt Naylor de tekst van Goldplay. Het resultaat is ijzersterk vergeleken met het origineel de lage alt van Naylor klinkt veel expressiever en overtuigender dan het kastraten gepiep van zanger Chris Martin en het idee om Miles’ versie van het aloude ”It never entered my mind” uit de musical Higher and Higher uit 1940 als achtergrond te gebruiken is wonderwel geslaagd (Miles nam het op voor zijn album Working with the Miles Davis Quintet uit 1956). Ik heb me regelmatig nogal eens laatdunkend uitgelaten over de zogenaamde jazzzangeresjes, dat was geen seksistische aberatie mijnerzijds maar de constatering dat veel zangeressen zich het predicaat jazzzangeres aanmeten terwijl ze gewoon pop zingen, genoeg hierover. Want met Jacqui Naylor hebben wij wel degelijk te maken met een jazzzangeres, haar frasering ,timing, overtuigingskracht en bijzondere (lage) stem weten je te raken. Schrijven kan ze ook zoals ze bewijst met het ijzersterke “Love look what you’ve done”, een heel persoonlijk en hoopvol lied over het eindelijk vinden van liefde na een lange zoektocht, ze zong het nummer voor de eerste keer bij het trouwen van haar zuster, ik denk dat niemand het droog heeft gehouden. “Walkin’out the door” heeft een heerlijke shuffle beat die noopt tot vingerknippen! Een van de weinige nummers van David Bowie die behoren tot mijn toppers uit de pop “Space Oddity” over major Tom krijgt een ijzersterke versie van Naylor, ik zal niet zeggen beter dan het origineel maar wel anders met meer empathie, kippenvel. Titelnummer “The long game” heeft een heerlijk ritme, funky en met duidelijke reggae invloeden, bluesy el. gitaarspel en een vette Hammond, beste nummer, zonder twijfel, Naylor kan ook behoorlijk zwoel uit de hoek komen zoals ze hier bewijst. Don’t give up” van Peter Gabriel krijgt ook een geslaagde Naylor treatment. Het album sluit af met een liefdesverklaring aan Art Khu, haar man en partner in crime, “when my days are over, I’ll be happy that I spent all my life with you”, hij moet een gelukkig man zijn deze Art. Bovendien een fantastische muzikant zowel op piano, orgel, Fender en gitaren. Het hele trio is trouwens van een bijzonder hoog gehalte. Een prachtig album. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||